Wat moet ik doen om zalig te worden?
En hij (de cipier, de stokbewaarder) bracht hen (Paulus en Silas) naar buiten en zei: Heren, wat moet ik doen om zalig te worden (en de beloften te beërven) (Handelingen 16:30)?
En zij zeiden: Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden, u en uw huisgenoten (Handelingen 16:31).
Paulus zegt hier hetzelfde als in Romeinen 8 en 9:
Zij, die God geloven, die in God en in Zijn beloften geloven, die in God en in Zijn Zoon, DE Belofte Zelf, in Wie alle beloften vervuld zijn, geloven, zullen zelf Hem en de beloften beërven; zij zullen de Heilige Geest ontvangen en zalig worden (zie de vorige twee afleveringen over de uitverkiezing).
Paulus zegt dit nogmaals in Romeinen 10:
Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden (Romeinen 10:9).
Dus wat moet u doen om zalig te worden en de beloften te beërven?
U moet geloven. U moet geloven in de Heere Jezus Christus.
“Maar hoe moet ik geloven?”
Deze vraag stelt Paulus zelf ook:
Hoe zullen zij dan Hem aanroepen (Hem belijden) in Wie zij niet geloven? En hoe zullen zij in Hem geloven van Wie zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen zonder iemand die predikt (Romeinen 10:14)?
Het antwoord ligt al in de vraag besloten, maar hij geeft het antwoord ook expliciet:
Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God (Romeinen 10:17).
God geeft geloof aan eenieder die het Woord van God, Christus Zelf en Zijn beloften, hoort preken. En hij zendt mensen uit om Hem te preken.
Wilt u geloven en zalig worden?
Zet u dan onder de prediking van het Woord. Luister naar de waarheid. Laat God het beloftezaad van het Woord zaaien in uw hart en de geloofsvruchten ontstaan vanzelf:
Ook zei Hij: Zo is het Koninkrijk van God: als wanneer iemand het zaad (HET Zaad, Christus, HET Woord, in Wie alle beloften zijn vervuld) in de aarde werpt en slaapt en opstaat, nacht en dag; en het zaad ontkiemt en komt op, zonder dat hij zelf weet hoe. Want de aarde (het hart) brengt vanzelf (Grieks – automatos = automatisch, vanzelf) vrucht voort: eerst de halm, daarna de aar, daarna het volle koren in de aar (Markus 4:26-28).
Dit is de gelijkenis: Het zaad is het Woord van God. Zij bij wie langs de weg gezaaid wordt, zijn zij die het horen; maar daarna komt de duivel en neemt het Woord uit hun hart weg, opdat zij niet geloven en zalig worden. Zij bij wie op de rots gezaaid wordt, zijn zij die het Woord met vreugde ontvangen, wanneer zij het gehoord hebben. Maar dezen, die maar voor een bepaalde tijd geloven, hebben geen wortel, en in een tijd van verzoeking worden zij afvallig. En bij wie het zaad in de dorens valt, dat zijn zij die het hebben gehoord, maar die gaandeweg door de zorgen en rijkdom en genietingen van het leven verstikt worden en geen vrucht dragen. En waar het zaad in de goede aarde valt, dat zijn zij die het Woord horen, het in een oprecht en goed hart (een hart dat wil luisteren) vasthouden, en in volharding vruchten voortbrengen (Lukas 8:11-15).
Maar wie Gods Woord verwerpt, die zal God verwerpen. Wie Gods Woord hoort, maar niet wil luisteren, en Christus Zelf en met Hem al Zijn beloften verwerpt, die zal Hem en Zijn beloften niet beërven. Wie Gods Woord hoort, maar HET niet liefheeft met de daad van het geloof, die zal God niet liefhebben, want Hij zegt:
(..) Allen die Mij haten, hebben de dood lief (Spreuken 8:36).
(..) God heeft de wereld zo lief gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft (Johannes 3:16),
maar wie de Zoon ongehoorzaam is (en niet gelooft), zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem (Johannes 3:36).
Kom (door het geloof dus) naar Mij toe (het vleesgeworden Woord), (u) allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven (en u zult zalig worden) (Mattheüs 11:28).